Resultaten
Zinvol om door te gaan met Natuer mei de Mienskip
Het is zinvol om door te gaan met de vernieuwende aanpak van natuurontwikkeling via Natuer mei de Mienskip. Dat is de conclusie van het evaluatierapport ‘Kansen voor natuur en landbouw’ over NmdM. De evaluatie gaat over de periode 2018 tot de zomer van 2021.
“Natuer mei de Mienskip voldoet aan vijf van de zes evaluatiecriteria die door de provincie Fryslân zijn vastgesteld“, aldus rapporteur Thijs Harmsen. Het belangrijkste criterium is dat er zicht is op de realisatie van 1050 hectare natuur met de vernieuwende aanpak van NmdM. “De basis is gelegd. Over enkele jaren zullen we zien of de aanleg daadwerkelijk is gerealiseerd. Ook zijn de eerste stappen zijn gezet om agrariërs e.a. een grotere rol te geven bij natuurontwikkeling (“Eindbeheerder centraal”). Wij hebben agrariërs geïnterviewd en zij zijn voor het merendeel positief. NmdM is pas kort bezig en zal zich de komende jaren nog verder moeten bewijzen bij het versnellen van de natuurontwikkeling en de ondersteuning van agrariërs en andere geïnteresseerden.”
Partijen kunnen samenwerken
Een ander evaluatiecriterium is de samenwerking tussen natuurorganisaties, landbouworganisaties, grondeigenaren en de provincie: werkt dit in de praktijk? “De partijen kunnen met elkaar samenwerken en zijn in staat om hun verschillen te overbruggen”, zegt Thijs Harmsen die regelmatig aanwezig is geweest bij vergaderingen van de stuurgroep en van de projectgroepen. Zo is de werkwijze van NmdM aangepast, toen er in een gebied onvoldoende draagvlak bleek te bestaan voor natuurontwikkeling. “Hieruit is Tsjoch Op! ontstaan, en kunnen agrariërs zich melden als zij ideeën hebben om natuur te ontwikkelen. Deze aanpassing is snel doorgevoerd door de elf organisaties.”
Extra geld voor natuurontwikkeling is ook een evaluatiecriterium en aan deze doelstelling wordt voldaan. De samenwerking leidt tot extra miljoenen voor natuur. Ook zijn er nieuwe instrumenten voor Fryslân ontwikkeld om natuur verder in te vullen. Harmsen: “Wij hebben hierover ook gesproken met de Wageningen Universiteit, die aangeeft dat met deze instrumenten vaak al ervaring is opgedaan elders in Nederland. Zij geven aan dat Fryslân kan leren van deze ervaringen om zo de natuurontwikkeling te versnellen”.
Uitdaagrecht in Fryslân
De samenwerking in NmdM is ontstaan door gebruik te maken van het uitdaagrecht: het Friese recht om taken van de provincie over te nemen als bewoners / maatschappelijke organisaties denken het beter, anders en/of goedkoper te kunnen doen. Via het uitdaagrecht hebben de maatschappelijke organisaties aangegeven de ontwikkeling van natuur anders te willen aanpakken. “NmdM is de grootste uitdaging van heel Nederland en laat zien dat een vernieuwende aanpak van natuurontwikkeling mogelijk is”, aldus Harmsen. “Wel bleek hiervoor samenwerking met de provincie nodig te zijn, omdat de taak van natuurontwikkeling juridisch gezien niet kan worden overgedragen. De nieuwe samenwerking hebben de partijen in gang gezet en daaruit is “Uitdaagrecht-in-partnerschap met de provincie” ontstaan”.
De evaluatie is opgesteld door het landelijk Netwerk Right to Challenge, waarbij ook kennis is ingebracht vanuit Wageningen University & Research, het ministerie van Binnenlandse Zaken en de Unie van Waterschappen. De evaluatie is te lezen via www.righttochallenge.nl/nieuws. Hier vind je het hele evaluatierapport. En hier de evaluerende sheet met handige infographic.
Het onderzoek is mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage vanuit Democratie in Actie, het vernieuwingsprogramma van het Rijk en de VNG.
Benieuwd naar al onze resultaten tot en met november 2021 in cijfers uitgedrukt? Bekijk dan deze handige Infographic
Werken aan een gedragen plan in Burgumer Mar en de Leien

Binnen het programma Natuer mei de Mienskip wordt een nieuwe aanpak ontwikkeld om het Natuurnetwerk Nederland (NNN) in Friesland af te maken. Hierin staat de eindbeheerder centraal. Maar kan dat wel, de manier van natuurontwikkeling aanpassen aan de wensen en mogelijkheden die leven in een gebied? En wat is nodig om grondeigenaren tot actie over te laten gaan? Om dat uit te vinden is in het gebied rond de Burgumer Mar en De Leien een eerste verkenning uitgevoerd.
Corona bemoeilijkte werkwijze
De werkwijze is al werkende weg bepaald. Mede vanwege corona, waardoor er geen gebiedsbijeenkomsten mogelijk waren, voerde de verkenner individuele gesprekken met betrokkenen in het gebied. Hij werkte in deelgebieden waar men elkaar kent en waar al een bepaalde mate van sociale cohesie is. Deze gesprekken leverden veel extra informatie op over het gebied, de mensen en hun wensen, ambities en toekomstperspectief van de streek.
Gedragen plan: ambities natuur, water en landbouw koppelen
Het doel van de gesprekken is om uit te zoeken of de ambities van de grondeigenaren verenigbaar zijn te maken met de natuurambities. Dat betekent dat eerst duidelijk moet worden of er perspectief is voor de grondeigenaren, in dit geval met name de landbouw. En wat er nodig is om een goed perspectief te krijgen. Een wensbeeld daarbij is dat de huidige grondeigenaren de natuurdoelen realiseren. Uit de combinatie van de gesprekken met een kadastrale analyse en analyse van de waterproblematiek komen mogelijkheden naar voren om zowel de landbouwstructuur te verbeteren, als de water- en natuurdoelen te realiseren. Ook kan een bijdrage geleverd worden aan de verkeersveiligheid in de omgeving van Swartfean. De beoogde uitkomst is een plan dat gedragen is door de streek en uitvoerbaar is.
Tools toegepast
In het gebied zijn ook enkele van de tools die de werkgroep tools heeft ontwikkeld getoetst. Zo is de vraag of het instrument ‘Functiewijziging via SKNL’ (Ark 1) vaker kan worden opengesteld om aan te sluiten op ambities uit het gebied. En de instrumenten ‘Kavelruil’ (Ark 4) en ‘Bedrijfsverplaatsing’ (Ark 5) zouden, met behulp van het instrument ‘Grondbank’ (Ark 15), de kavelruil en bedrijfsverplaatsing kunnen financieren.
De eerste resultaten
Samengevat is er in de pilotfase tot nu het volgende gerealiseerd:
• Er is een nieuw gebiedsproces opgestart waarmee de realisatie van het NNN versneld wordt. In totaal gaat het om 464 ha NNN in B&L. Daarvan moet nog 125 ha omgevormd worden naar natuur en nog 121 ha ingericht worden.
• Er is een werkwijze ontwikkeld waarbij de eindbeheerder centraal staat.
• Er is een voorverkenning gedaan waarin de gegeven over het gebied op een rij zijn gezet.
• Er is een integrale kansenkaart gemaakt op basis van gesprekken met belanghebbenden
• Er zijn kansrijke deelgebieden geselecteerd. In een drietal deelgebieden hebben gesprekken plaatsgevonden met de eigenaren en zijn kadastrale analyses uitgevoerd.
• In het Swartfean wordt actief gewerkt aan planvorming met het gebied. Daar moet nog 49 ha omgevormd worden naar natuur en nog 90 ha ingericht. Er ligt een gebiedsanalyse en er zijn inmiddels vele gesprekken geweest en meerdere bijeenkomsten.
• Er wordt gewerkt aan 2 aankoopkansen
Eerste ervaringen van betrokkenen
In juli 2021 zijn telefonisch interviews gehouden met zeven betrokkenen in het gebied om een eerste indruk te krijgen van de agrariërs wat zij van de aanpak van NmdM vinden. De betrokkenen zijn positief over de individuele aanpak om met deskundigen bij agrariërs te komen praten over de gebiedsontwikkeling. De personen van NmdM worden deskundig gevonden. De vervolgstappen zullen in samenspraak met betrokkenen moeten worden gemaakt. De integrale aanpak van infrastructuur, agrarische herstructurering en natuurontwikkeling wordt door de meesten onderschreven waarbij enkele personen aangeven interesse te hebben in het beheren van natuur. In de het rapport Natuer mei de Mienskip, evaluatie leest u vanaf pagina 60 uitgebreid over de evaluatie van deze pilot.
Van voelbare, naar zichtbare resultaten binnen de pilot ‘Tsjoch op!’

Kom om op! Of in het Fries ‘Tsjoch op!’ Dat is de spirit van de tweede pilot van Natuer mei de Mienskip. Doel van deze pilot is het realiseren van het NNN door initiatieven te helpen waar een het NNN onderdeel van is of kan worden. De initiatieven realiseren dan het NNN met hulp van NmdM.
De aanpak
Kansen voor het realiseren van nieuwe natuur worden op een positieve en proactieve wijze benaderd. Geen enkel initiatief is hetzelfde, dus naast persoonlijk contact en aandacht is ook creativiteit belangrijk. Deze werkwijze past het pilotteam als een jas. Projectleider Froukje Hernamdt vertelt trots dat er al 32 initiatieven zijn binnengekomen sinds de start in 2020, waarvan 7 de gevraagde hulp inmiddels hebben gekregen. Prachtige resultaten van bijvoorbeeld boeren, particulieren, groene en andere organisaties, maar ook stilliggende initiatieven die vastliepen. Sommige zijn al zo voelbaar en logisch, maar andere worden juist zichtbaar door onze aanpak. Dit sluit precies aan bij de doelen van ‘Tsjoch op!’ om initiatieven snel verder te helpen en daarmee concrete resultaten te behalen.
Door te doen ontwikkelen we een werkwijze voor het begeleiden en realiseren van toekomstige initiatieven. Hiermee kan een deel van het Natuur Netwerk Nederland (NNN) gerealiseerd worden. Door het helpen van de 32 initiatieven werken we mee aan de realisatie van circa 238 ha binnen het NNN, 785 ha grenzend aan het NNN of in een verbindingszone en 12 ha los van NNN. Natuur ontwikkelen kent geen grenzen binnen Tsjoch op!
Samenwerken aan het Natuur Netwerk Nederland
We stellen de initiatiefnemer/ eindbeheerder centraal. Dit begint al doordat men zich vaak zelf aanmeldt bij ons loket en van daaruit verder wordt geholpen. De eerste vraag is altijd, ligt het initiatief wel of niet in het NNN? Is dit zo, dan kijken we of het kansrijk is en we er mee aan de slag gaan middels een heldere hulpvraag. Dit is uitgangspunt bij de verdere verkenning van het werkveld en de inzet van mogelijke instrumenten. Betreft het geen NNN, dan kijken we of het om een verbindingszone gaat, mogelijke her-begrenzing van het NNN, een kwalitatieve impuls voor nabij gelegen NNN-gebied of een interessant leertraject voor de realisatie van het NNN. In de rol van aanjager, verbinder, bemiddelaar of uitzoeker begeleiden we de initiatieven. Hoofdfocus is altijd de realisatie van hectares NNN.
We zijn dan ook blij met de initiatieven die in (of deels in) het NNN liggen. Er liggen zelfs kansen om meer aaneengesloten natuurgebieden te realiseren. Bij realisatie van gebieden die grenzen aan het NNN kunnen deze gebieden een verbindingszone vormen tussen twee NNN-gebieden, waardoor er een robuust natuurgebied ontstaat. Een gedeelte hiervan was in de tijd van de Ecologische Hoofd Structuur (EHS) ook als ecologische verbindingszone ingetekend. Totaal gaat het daarbij om 570 ha aan verbindingszones. Het aantal niet NNN-gebieden, maar die toch zijn opgepakt is 6 en bevat 12 ha. Betrokkenen zien deze hectares als positieve bijvangst van de pilot, dat past bij het werken mét de mienskip en de ambitie om ook natuur buiten het NNN te realiseren.
De meerwaarde van deze pilot
We helpen initiatiefnemers op weg, brengen ze met de juiste mensen in contact, laten mogelijkheden zien en we bieden ze een route om te volgen waardoor kansen zichtbaar worden! Uiteraard met een helder verwachtingspatroon vanuit Tsjoch op! Denk hierbij aan de mate van ondersteuning qua inhoud en duur. We benutten de kennis van de 11 NmdM organisaties en zo nodig werken (enkele) organisaties mee met het initiatief. Ons loket werkt, de organisatie erachter willen we nog verbeteren. Als dit loket optimaal werkt kunnen we de realisatie van het NNN echt versnellen!
Resultaten
De evaluatie in de pilotperiode tot afgelopen zomer van Tsjoch op leest u vanaf pagina 63 in Natuer mei de Mienskip, evaluatie . Hieronder geven we even een actuele stand van zaken.
• Er is een uitvraag opgesteld voor initiatieven
• Er is een loket ingericht en een werkwijze ontwikkeld
• 7 initiatieven zijn geholpen
• 25 initiatieven lopen nog
• In totaal is er 238 ha NNN in beeld via 6 initiatieven, 785 ha aangrenzend aan NNN of als verbindingszone en 12 ha los van NNN.
Twee mooie praktijkvoorbeelden
Een initiatief bij Easterskar werd ingediend als inspiratie voor Tsjoch op!. Daar heeft met hulp van meerdere NmdM-organisaties een grondruil plaatsgevonden. Een grondruil van Provincie Fryslân, een agrarisch ondernemer en It Fryske Gea. Hierbij verkreeg de betrokken boer grond dichter bij de boerderij, waar tegenover grond binnen het NNN werd omgezet in natuur en in eigendom kwam van It Fryske Gea. De boer blijft betrokken als beheerder van deze grond. De inrichting van de grond maakte tevens een waterstaatkundige ingreep mogelijk, om welke reden Wetterskip Fryslân het plan mede bekostigde. Hierbij zijn dus tevens doelen van het waterschap ingebracht (‘benutten koppelkans’).
Een ander mooi voorbeeld is de aankoop van oud ‘fûgeltsjelân’ in de Heanmar van een boer zonder opvolger. Het gebied de Heanmar is westelijk van Koudum gelegen. Het betrof hier waren de laatste percelen in droogmakerij de Heanmar. De aankoop is voorgeschoten door It Fryske Gea en ingebracht voor functiewijziging in de SKNL. Verhoging van waterpeilen werd hierdoor mogelijk, waarvoor externe bekostiging is aangetrokken. Een vervallen gebouw op deze grond, schuilplaats voor predatoren, kan worden gesloopt doordat het wooncontingent dat op deze boerderij lag verplaatst mocht worden naar elders. Medewerking aan dit project door de gemeente en aanjagen vanuit Tsjoch Op! waren succesfactoren voor deze afwikkeling, naast de investering van tijd en geld vanuit It Fryske Gea. Het land wordt verpacht aan een boer uit de omgeving.
Mix van nieuwe en bestaande tools helpen bij versnelling natuurontwikkeling

Een belangrijk onderdeel van de hulp die Natuer mei de Mienskip wil bieden, is het aanreiken van ark (instrumenten/gereedschap/tools). Een werkgroep binnen Natuer mei de Mienskip stelde een lijst op met mogelijkheden om de realisatie van nieuwe natuur te bespoedigen of te vergemakkelijken. Daarbij is de kennis over het functioneren van ark verzameld vanuit de ervaringsdeskundigen in de werkgroep en daarbuiten. Voor de gebiedsprocessen is er nu een set instrumenten die we deels nog verder moeten uitwerken, maar deels ook kunnen toepassen en waarvan we de verwachting hebben dat die ons verder gaan helpen. De instrumenten geven ons meer mogelijkheden om rekening te houden met de wensen van grondeigenaren, gebruikers, eindbeheerders en vergemakkelijken daarmee de (vrijwillige) realisatie van het NNN.
Welke resultaten zijn gerealiseerd?
Ten eerste is er een overzicht gemaakt met instrumenten die kunnen helpen bij het realiseren van nieuwe natuur, zie Arkbrochure . De 16 tools zijn deels uitvoeringsgereed, deels in de praktijk verder te toetsen en uit te werken. De instrumenten kunnen ook benut worden door de Landbouw AdviesPool (LAP) (zie verder).
Het gros van de instrumenten is in de basis bestaand en wordt in meer of mindere mate ook in Fryslan toegepast. Instrumenten die voor zover bekend niet worden toegepast zijn onder meer tool nummer 2, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 16 en 17. Het niet toepassen kan in dit verband diverse oorzaken hebben en betekent niet dat een tool strikt genomen nieuw is. Zo is tool 2 een instrument dat niet is ingebed in de Friese regelgeving. Uitgesproken nieuwe tools zijn in dit verband 8, 9, 10, 14, 16.
De innovatie van instrumenten zit hem vooral in de instrumenten uit de rubriek ‘ecologie’. Daarbij wordt door inzet van tools flexibiliteit gezocht om aan te sluiten bij kansen die zich in een gebied voordoen.
Voorstel voor toetsing en verbetering
Na is het overzicht van de tools maakte de groep een voorstel van mogelijkheden om instrumenten in praktijk te toetsen en te verbeteren. Echt nieuwe tools zijn in mindere mate in de praktijk gebracht dan van tevoren gedacht. Quick wins zijn vaak snel uitvoerbaar maar op basis van bestaand instrumentarium. Voor het volledig nieuw ontwikkelen en vaststellen van instrumentarium (zoals het aanpassen van het verkoopkader grond om eindbeheerder centraal mogelijk te maken) bleek meer tijd nodig te zijn.
Tools getoetst
Een aantal tools worden nu in de praktijk getoetst. Voor enkele innovatievere instrumenten geldt dat ook zij ondertussen in beperkte mate aan de praktijk zijn blootgesteld. Er wordt ervaring opgedaan met de landbouwadviespool en met CO2-certificaten.
Werkwijze voor eindbeheerder centraal
Er ligt een uitgewerkte werkwijze voor eindbeheerder centraal en deze kan getoetst en verbeterd worden in Burgumer Mar & De Leien. Over eindbeheerder centraal is er een notitie opgeleverd met daarin een uitwerking hoe eindbeheerder centraal kan werken. Dit is nog de theorie. Het voorstel is om dit te toetsen in het gebied Burgumer Mar & De Leien. In de uitwerking zijn 2 sporen opgenomen: via particulier en via kavelruil. De eindbeheerder moet bekend zijn voordat met de voorbereiding van de inrichting wordt gestart. Via het particuliere spoor is de eindbeheerder bekend, via de kavelruil is dit onderdeel van de kavelruil.
Een voorbeeld van een nieuwe instrument: onafhankelijk landbouwadvies
Het instrument Landbouwadvisering is van belang om potentiële eindbeheerders (agrariërs, andere grondeigenaren) in staat te stellen een goede afweging te maken bij natuurontwikkeling. Vanuit de werkgroep is meegedacht in het vormgeven van een zogenoemde LandbouwAdvies Pool (LAP). Dit instrument is nu ingevuld via de nieuwe Landbouw Advies Pool van het Living Lab Fryslân. De landbouwadviespool kan een boer bijvoorbeeld adviseren over natuurbeheer als onderdeel van zijn bedrijfsvoering .
Leerpunten
Niet zozeer het ontwikkelen van nieuwe tools als wel het flexibel en ruim inzetten van bestaande tools bleek een oplossing voor versnelling van de uitvoering. Vaker dan gedacht waren de bottlenecks om natuur te realiseren dat mensen meer bewust gemaakt konden worden van hun mogelijkheden en dat budget beschikbaar gemaakt moest worden om bestaand beleid uit te voeren.
De ruimte om bestaand instrumentarium flexibel toe te passen, dynamiek op de grondmarkt te realiseren en het concept eindbeheerder centraal te benutten ligt vooral aan de beginfase van gebiedsontwikkeling. De fase waarin de huidige gebiedscommissies actief zijn (voorbereiden van inrichting) komt daarna. De meerwaarde van de meeste (ver)nieuw(d)e instrumenten is voor de gebiedscommissies daarom beperkt gebleken.
De meest gehoorde feedback is dat er veel ruimte nodig is om doelen te combineren (bijvoorbeeld landbouwstructuurverbetering, natuurontwikkeling en waterdoelen), maar dat veel ruilgrond en snel en doortastend optreden bij het te koop komen van grond hiervoor essentieel zijn. Deze feedback was niet op deze manier gevraagd, maar kwam naar voren omdat een aantal tools afhankelijk is van de inzetbaarheid van (ruil)grond.
In het nieuwe aanbod van NmdM hebben deze leerpunten een plek gekregen.
De evaluatie van de pilot tools vindt ook in Natuer mei de Mienskip, evaluatie, vanaf pagina 49.
Fondsenwerving: 4 ton gerealiseerd, nog veel kansen

Voor fondswerving is de focus gelegd op het inventariseren van de kansen voor fondsen. Daarnaast zocht deze werkgroep naar koppelkansen voor de NNN-opgave met lopende projecten en programma’s in Fryslân. De resultaten zoals die er voor de zomer lagen vindt u in in het evaluatierapport. Hierna hebben we de resultaten nog even samengevat en aangevuld met de meest recente informatie.
Kansen voor werven fondsen
Er is een overzicht van mogelijk fondskansen gemaakt. Het laat zien dat we in de pilotfase, tot 22 juni, concreet zicht hebben gekregen op €2,0 mln. tot €4,0 mln. Inmiddels zijn er al middelen binnengehaald. Dan gaat het over circa €400.000,- voor een veeweidelandgoed gelegen naast het NNN, waar door extensivering en hogere peilen bijgedragen kan worden aan de kwaliteit van de natuur. Daarnaast is een aanvraag rondom POP3 in voorbereiding. Het gaat hierbij om ca. €1,3 mln. subsidie. Met die subsidie kan NNN ingericht worden o.a. bij beekdal Linde. Voor het verzilveren van verdere kansen is het eerst nog even wachten tot concrete gebiedsontwikkelingsprocessen een stap verder zijn om een subsidieaanvraag in te kunnen dienen.
Er is ook verder gekeken dan de pilotfase. Voor de periode t/m 2027 worden kansen gezien voor totaal €7,0 mln. tot €17,0 mln. Daarnaast is de verwachting dat er zich nog nieuwe kansen voordoen.
Koppelkansen
We zijn ook op zoek naar koppelkansen. We hebben daar meerdere van in beeld. Een belangrijke koppelkans betreft Noard-Fryslân Bûtendyks. Daarover zijn we in gesprek. In het gebied ligt nog 109 hectare NNN voor functiewijziging. Ook moeten er nog veel hectares ingericht worden. Daarvoor is inmiddels 2,5 miljoen aan cofinanciering beschikbaar. Door het koppelen van processen kan het NNN vaak goedkoper gerealiseerd worden. Het komende jaar wordt de daadwerkelijk kans binnen deze processen voor Natuur mei de Mienskip duidelijk.
En verder realiseerden we:
- Er is een fondswerver aangesteld
- Er is veel samengewerkt met provinciale ambtenaren in het aanvragen van subsidies. Denk hierbij aan LIFE en Horizon rondom weidevogels, Wij en Wadvogels (waddenfonds), POP3 aanvragen en PAGW Wadden.
De evaluatie van de pilot Fondsenwerving vindt u ook in Natuer mei de Mienskip, evaluatie vanaf pagina 59.
De samenwerking werkt!

Een resultaat van de pilotfase is ook een samenwerkingsorganisatie die de pilots heeft uitgevoerd. Er is een werkende structuur waarin iedereen deelneemt. In de stuurgroep zitten namelijk alle 11 organisaties. En alle organisaties werken naar vermogen mee in programmateam en projectgroepen. Voor de kleinere organisaties is dat wel een uitdaging. Zij haken aan bij onderwerpen die hen echt aangaan en accepteren dat ze er soms niet bij zijn.
Voor NmdM werd er door de NmdM organisaties alleen ad-hoc en in kleine verbanden samengewerkt. Nu is de samenwerking duurzaam en intensief en ook tussen natuur en landbouw. In een omgeving met veel ontwikkelingen en vaak tegengestelde belangen houden Natuur, overheid en landbouw elkaar hier vast. Zorgen, frustraties maar ook kansen worden gedeeld en soms leidt dat tot het dichter bij brengen van oplossingen op andere dossiers. NmdM draagt bij aan betere en meer samenwerking dan voorheen, zowel via structuur als daarbuiten.
Omgaan met verschillen van inzicht
Partijen hebben laten zien te kunnen omgaan met verschillen in inzicht/belangen: verschillen in inzicht over bijvoorbeeld onteigening en natuurdoelen zijn uitgesproken. De ambitie van NmdM om samen het NNN te realiseren staat fier overeind.
Soms lukt het zaken binnen NmdM te regelen, die je elders niet voor elkaar krijgt. NmdM richt zich op de uitvoering binnen de beleidskaders die er zijn. Als deze kaders een hindernis vormen bij het realiseren van het NNN, stellen we die kaders wel ter discussie. Maar we moeten accepteren dat ook NmdM veel zaken niet kan oplossen. Vooral als het om beleidsmatige zaken gaat, komen we ook binnen NmdM niet altijd op één lijn. Dergelijke onderwerpen worden binnen NmdM besproken, maar dan vooral om elkaar standpunten te snappen en het wederzijdse begrip te versterken. De provincie gaat over het natuurbeleid. Voor de advisering daarover is de PCLG.
Dubbelrol provincie
Er is geoefend met de dubbelrol van de provincie, meewerkend en toetsend. De meewerkende rol is vanaf de start steeds beter ingevuld en naar volle tevredenheid vanuit NmdM. Er is gelijkwaardig samengewerkt en veel inzet gepleegd. Ook de toetsende rol van de provincie is gedurende het traject steeds beter ingevuld. Eerst vooral vanuit de vraag van NmdM om vanuit de provincie te reageren op resultaten van NmdM, maar vervolgens ook door actief zelf te toetsen en zaken mee te geven. Er is binnen de provinciale organisatie inmiddels een onafhankelijke groep mensen georganiseerd los van NmdM die het proces volgt en toetst en daardoor ok gedeputeerde, GS en PS onafhankelijk, met kennis van zaken kan informeren. Het is lastig, maar het kan.
Hoe verder?
In een tussenevaluatie die gedaan in voorjaar 2021 blijkt dat direct betrokkenen uit de 11 organisaties blij zijn met de samenwerking. De huidige structuur werkt voor de pilotfase. Wel is duidelijk dat de structuur in de projectgroepen niet duurzaam is. In de pilotfase is het nodig om deze met partijen samen uit te voeren, zodat ze achter de aanpak en resultaten staan en op basis daarvan ook samen invulling kunnen geven aan een nieuw voorstel. Als het nieuwe voorstel er ligt, komen we in een nieuwe fase waarin meer zaken duidelijk zijn en het niet meer nodig is “íedereen overal bij te betrekken”. In het nieuwe aanbod van NmdM is dan ook een compactere organisatie uitgewerkt, waardoor de efficiëntie nog wordt verbeterd.