“Mooi om te zien dat we samen doelen kunnen behalen”

 

Boswachter Arno Paulus en melkveehouder Harmen Hietkamp vertellen samen over de natuurontwikkeling in de Zwager Mieden een samenwerking tussen Staatsbosbeheer en de Vereniging Noardlike Fryske Wâlden.

De Zwager Mieden omvat 350 hectare met wat losse gebieden eromheen. Het is 15 jaar geleden opnieuw ingericht voor de Ecologische Hoofdstructuur. De afdeling  it Kollumer Grien van de vereniging Noardlike Fryske Wâlden werd partner in het beheer. Samen met Staatsbosbeheer maakten ze afspraken over het beheer, de pacht en de voorwaarden. Voorheen had Kollumer Grien 1 groot pachtcontract met Staatsbosbeheer en verdeelden zij dat zelf onder de pachters, maar nu moet SBB met iedere pachter een eigen contract opstellen. “Wij kunnen niet zonder onze pachters”, vertelt Paulus. “Zij betalen pacht en ze nemen ons veel werk uit handen. Het is mooi om te zien dat we samen doelen kunnen halen.”

Weidevogelgebied

De Zwager Mieden is het grootste gebied binnen de natuurvereniging Kollumer Grien. Het grootste deel van het gebied valt onder weidevogelbeheer, een deel is botanisch beheer. Tijdens de herinrichting werden taluds verflauwd en waterpeilen opgehoogd. Paulus: “We moesten soms van ver komen, maar we hebben samen al de nodige succesjes behaald. Zo zien we in het graslandbeheer mooie resultaten. Sommige stukken waren sterk verwaarloosd en verruigd in afwachting van de plannen, nu zie je daar een mooie ontwikkeling tot kruidenrijke graslanden. De boterbloem, paardenbloem, pinksterbloem, veldzuring, dotterbloem, koekoeksbloem en zeggus zijn weer terug. Daardoor komen ook insecten weer terug, die weer insecteneters zoals de slobeend of de grutto terug doen komen.”

(De tekst gaat verder onder de afbeelding.)

Actieve club

“It Kolummer Grien is een actieve afdeling”, vertelt Paulus. “Ze snappen hoe het moet en hebben goed contact met de boeren. Ze sporen bijvoorbeeld de pachters aan als het tijd is om de greppels te maaien.” Melkveehouder Harmen Hietkamp is bestuurslid van It Kollumer Grien en het contactpersoon met Staatsbosbeheer. Hij heeft met zijn vader een melkveebedrijf met 115 melkkoeien in Kollumerzwaag. Hij heeft 67 hectare eigen grond en 22 hectare gepacht van Staatsbosbeheer. “Zolang ik me kan heugen pachten we al grond van SBB. We weiden extensiever op die gronden en brengen er minder mest op. Dat doen we voor de weidevogels en voor het botanisch beheer. Als Kollumer Grien hebben we eens per jaar een veldbezoek om te kijken hoe het land erbij ligt. En SBB organiseert jaarlijks een bijeenkomst voor alle pachters.  Ik zou ook nog wel willen weten wat de resultaten van de broedvogels in het gebied zijn. Het is jammer om te zien dat het met de weidevogels niet goed gaat. We doen ons best, maar hebben last van predatie in het gebied door de vos, steenmarter en roofvogels. Vroeger waren roofvogels bijzonder om te zien, nu zie je ze op elke weidepaal.”

Hietkamp heeft nauw contact met de pachters in het gebied en heeft als coördinator een rol als er grond vrijkomt. “Als er iets aan de hand is heb ik contact met SBB of een pachter. Zo zoek ik bijvoorbeeld samen met SBB naar oplossingen voor een pachter met grond waar veel pitrus voorkomt. Iedereen is namelijk gebaat bij goed grond. Wat intensiever weiden zou dan een oplossing kunnen zijn.”

Goed product

Paulus: “Het is voor een boer van belang dat hij het product dat van die grond komt ook goed kan gebruiken. Dan zit er voor de boer ook energie in om het zo te houden. Wij denken hierin graag mee. Want stel dat bijvoorbeeld het waterpeil te hoog wordt en het gras te nat, dan zie je de kwaliteit van het gras achteruit gaan. Dat is voor zowel SBB als de boer niet goed. Het gaat met vallen en opstaan, maar dat is ook het mooie aan dit werk. Ik heb boerenbloed, dus ik begrijp veel.”

Ronde balen uit  eigen beheer

SBB heeft ook zo’n 400 hectare in eigen beheer. Dat zijn vaak stukken grond die minder interessant zijn voor een agrariër en die met kleinere machines onderhouden moeten worden. De balen gras uit die gebieden worden ook aan melkveehouders verkocht. Soms als voer en, als het een mindere kwaliteit is, als strooisel. Met de pachtinkomsten kunnen wij weer de gronden onderhouden die voor een boer niet interessant zijn, dus wij zijn blij moet onze pachters.