Klaas Oevering: Natuurgrond mooi inpasbaar in bedrijf

 

Klaas Oevering pacht kruidenrijk grasland van It Fryske Gea. Hij melkt 92 melkkoeien en heeft 45 stuks jongvee in Idzega. Klaas heeft 64 hectare grond in eigendom en pacht 11 hectare natuurgrond.

In 2016 besloot Klaas om te schakelen van een gangbare naar een biologische bedrijfsvoering. “Ik voelde me niet meer thuis in het steeds maar groter worden van bedrijven en produceren voor een wereldmarktprijs. Toen ik me ging verdiepen in de biologische veehouderij kwam ik erachter hoe biologisch ik eigenlijk al bezig was.”

Van jongs af aan is Klaas al bezig met weidevogels. “Ik ben bestuurslid van weidevogelcollectief Súdwestkust. Toen in 2015 het melkquotum werd afgeschaft had ik kunnen groeien en intensiveren. Maar dan moet je ook meer voer van je land kunnen halen en ik vroeg me af wat dat met de weidevogels zou doen.”

Het omschakelen naar een biologisch bedrijf duurt twee groeiseizoenen. In die periode werk je al biologisch, maar ontvang je nog de reguliere gangbare melkprijs. Om voldoende voer voor zijn koeien over te houden besloot Klaas om grond bij te pachten. Het werden 11 hectare van It Fryske Gea uit weidevogelreservaat de Ryp bij Greonterp. De grond ligt zo’n 8 kilometer van zijn bedrijf, dus hij kan zijn melkkoeien daar niet laten grazen. Maar voor het drachtig jongvee is het prima.

Drachtige pinken in het natuurgebied

Ieder jaar in april verhuist hij zijn drachtige pinken naar het natuurgebied en in oktober haalt hij ze weer op. In de winter zijn er veel ganzen in het gebied, die het land redelijk kaal achterlaten. Dit is gunstig voor de kievit, die graag op open land nestelt. En omdat het gebied pas in juli gemaaid wordt is een kale start van het grasseizoen niet ongunstig.

“Er zitten jaarlijks zo’n 15 gruttopaartjes, 25 kievitspaartjes , 15 tureluurpaartjes en de scholekster en verschillende eendensoorten zie ik er ook veel”, vertelt Klaas enthousiast. Voordat het jongvee in een nieuw stuk natuurland komt speurt hij het land af op zoek naar nesten om te kijken hoe de stroomdraad het beste gezet kan worden zodat het jongvee de nesten met rust laten.

 

 

“Samen nesten zoeken”

Klaas heeft regelmatig contact met de beheerder van It Fryske Gea. “Hij helpt mee met zoeken naar nesten in het voorjaar, we overleggen geregeld over de slootwaterstand en een keer per jaar hebben we een evaluatie met alle pachters en de wildbeheerder van de polder.”

De grond die Klaas pacht kan nog zo’n twee keer per jaar gemaaid worden. “Vooraf steken we de distels en ridderzuring handmatig uit het gebied. Want die wil je niet in je hooi hebben. Dan zou ik die zaden naar mijn bedrijf brengen en het daar ook krijgen. Het is een flinke klus om die planten onder controle  te houden, maar het gebied kan heel mooi ruwvoer opleveren als het weer meezit”. De botanisch ‘beste’ percelen laat Klaas inkuilen. Van de slechtere percelen  wordt hooi gemaakt. Dat voert hij aan zijn koeien bij op stal. Het echt slechtere gras wordt strooisel waar de koeien op kunnen liggen in de stal.

“Het is echt een prachtig gebied om te pachten. Er fietsen ook veel toeristen doorheen. Dat is voor de rust in het gebied wat minder, maar het is mooi om hen er ook van te laten genieten, een echt stukje natuurbeleving!”